de totalist zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: [tota'list]
Verbuigingen: totalist|en (meerv.)
- Iemand die bijna alles kan op veel gebieden.
- Veelzijdig persoon of bedrijf
- Alleskunner
Voorbeelden:
- Onze keuken wordt binnenkort geplaatst. Nu moet de afvoer en waterleiding verplaatst worden, moet er een uitbreiding in de groepenkast gedaan worden en een radiator verhangen worden. Wij zoeken een totalist.
- In ons restaurant hebben wij geen goed bereik met onze terminals op het terras en ook telefonisch zijn wij niet goed bereikbaar. Gelukkig werden wij geholpen door een totalist.
- Hoewel er veel verschillende werkzaamheden uit diverse disciplines gedaan moesten worden, verliep alles vlekkeloos door de coördinatie van een totalist.